Granen, in het bijzonder tarwe, is van nature een eiwitrijk gewas en al eeuwenlang een belangrijke voedingsbron voor mens en dier. Het eiwitgehalte en -kwaliteit is een belangrijke kwaliteitseis voor baktarwe, maar ook voor (vee)voedertarwe. Hier geldt in het algemeen, hoe hoger het eiwitgehalte - hoe beter. Voor een goede bakkwaliteit wordt gestreefd naar een eiwitgehalte van minimaal 12%. Door gedurende de teelt het gewas op de juiste manier te ondersteunen, is het mogelijk om het eiwitgehalte én de kwaliteit te verhogen.
Hoe kun je een gewas stimuleren meer eiwit aan te maken?
Theorie over de aanmaak van eiwit.
Eiwitten komen in alle levende cellen voor als bouwstoffen, in de vorm van enzymen en als opslag-eiwitten. Van de opslag-eiwitten in tarwe zijn gluten de meest bekende. Van de totale hoeveelheid eiwitten in tarwe bestaat 60 - 90% uit gluten-eiwitten.
Eiwitten zijn zeer grote organische moleculen die zijn opgebouwd uit ketens van aminozuren. De aanmaak (synthese) van eiwitten vindt plaats in alle cellen. Planten zijn in staat om alle benodigde aminozuren (20 verschillende varianten) voor de opbouw van eiwitten zelf aan te maken. Daarentegen zijn mensen en dieren in staat om slechts 12 van de 20 verschillende aminozuren zelf aan te maken. In tegenstelling tot planten zijn mensen en dieren dus afhankelijk van de eiwitten en aminozuren die ze via hun voeding binnen krijgen.
Naast koolstof (C), waterstof (H) en zuurstof (O) zijn stikstof (N) en zwavel (S) belangrijke bestanddelen van aminozuren en dus ook van eiwitten. Eiwitten bestaan voor ca. 16% uit stikstof. Stikstof is daarom de belangrijkste sleutel voor het verhogen van het eiwitgehalte in tarwe. Zwavel heeft een belangrijke invloed op de kwaliteit van de eiwitten.
Wat stimuleert de aanmaak van eiwit? Wat remt de aanmaak van eiwit?
Een verhoging van de stikstofbemesting leidt tot hogere eiwitgehaltes in granen en voedergewassen. In tarwe kan het eiwitgehalte verhoogd worden door de N-gift beter af te stemmen op de opname en behoefte van het gewas. Het loont om de basis stikstofgift aan te vullen met meerdere kleine stikstofgiften tijdens de teelt. Optima Leaf-NPK+, een bladmeststof met onder andere 8% stikstof, is hiervoor een zeer geschikte meststof.
Stikstof wordt vooral opgenomen als nitraat (NO3-). Voor een optimale eiwitvorming is het belangrijk dat zoveel mogelijk nitraat wordt omgezet naar eiwit. Dit is een actief proces wat in verschillende stappen verloopt en waarbij elke stap veel energie vraagt, zie schematische weergave:
Stress, zoals droogte, wateroverlast of ziekten en plagen, heeft een nadelig effect op de eiwitsynthese. De plant besteed zijn energie dan in een anti-stressreactie in plaats van de aanmaak van eiwitten. Het loont dan ook om rondom stresssituaties aminozuren rechtstreeks aan het gewas aan te bieden. Hierdoor is er minder energie nodig om eiwitten te vormen, en blijft er dus energie over voor de anti-stressreactie. Aminozuren kunnen middels een bladbespuiting met Optima Leaf-Amino worden toegediend. Optima Leaf-Amino bevat alle verschillende aminozuren in een voor het gewas makkelijk opneembare formulering.
Tenslotte heeft ook een goede beschikbaarheid van molybdeen een positief effect op de vorming van eiwitten. Een tekort aan molybdeen kan leiden tot een onvolledige omzetting van nitraat naar eiwitten. Wanneer nitraat zich ophoopt in de plant wordt deze gevoeliger voor ziekten en plagen.
Welke stoffen zijn daar voor nodig?
Zie “wat stimuleert het ontstaan van eiwit?”