De kleur groen; de in de natuur en landbouw meest voorkomende kleur en door veel culturen en religies gekoppeld aan termen als nieuw leven, duurzaamheid en vrede. Deze betekenissen zijn veelal gestoeld op het levenselixer van planten – de zogenaamde bladgroenkorrels (chlorofyl). Deze minuscule organellen zijn van cruciaal belang om planten maar ook algen en enkele micro-organismen van energie te voorzien. Bladgroenkorrels zijn dé fabriekjes waar zonlicht + koolstofdioxide (CO2) + water (H2O) omgezet worden naar zuurstof (O2) en grondstoffen voor de vorming van suikers, eiwitten en vetzuren. Zonder bladgroenkorrels zou het leven op aarde onmogelijk zijn. Ook voor de landbouw is de vorming van voldoende chlorofyl van zeer groot belang voor een optimale gewasgroei en opbrengst.
Wat stimuleert de vorming van chlorofyl?
Voldoende zonlicht, water, stikstof (N), magnesium (Mg), mangaan (Mn) en ijzer (Fe) zorgen voor een optimale chlorofylvorming. Om de fotosynthese, plantengroei en opbrengst te verbeteren is het daarom zaak om deze elementen in voldoende mate en op de juiste momenten aan te bieden aan de plant.
Stikstof en magnesium worden bij de start van het groeiseizoen aangebracht in de vorm van dierlijke- of kunstmest en ook tijdens het seizoen is men gewend bij te bemesten. De relatie tussen mangaan en chlorofylvorming en de mogelijke gevolgen van een mangaantekort zijn daarentegen nog behoorlijk onderbelicht.
Algemene functie Mangaan in de plant
Mangaan (Mn) is onder andere van belang voor de productie van enzymen die een cruciale rol spelen bij fotosynthese, eiwitstofwisseling en celdeling. Daarnaast draagt mangaan bij aan de stevigheid van celwanden (synthese van lignine) en wortelgroei. Mangaan wordt door de plant opgenomen in de vorm van mangaan-ionen (Mn2+). Zoals vele andere spoorelementen is mangaan immobiel in de plant, tekorten zullen dan ook als eerste zichtbaar worden in jonge plantendelen.
Mangaantekort
Met name een hoge bodem-pH, luchtige bodems, langdurige droge periodes en een organisch stofgehalte boven de 2,5% werken een mangaangebrek in de hand. Kalkrijke zavel- en lichte kleigronden zijn over het algemeen het meest gevoelig voor een mangaangebrek. Op lichtere zand- en dalgronden is met name de pH van de grond zeer bepalend voor het wel/niet optreden van een mangaangebrek.
Een mangaantekort remt de vorming van chlorofyl (bladgroen) en is dan ook als eerste te herkennen aan bleekgroene of gele verkleuring tussen de groenblijvende hoofdnerven. Bij een zeer ernstig mangaangebrek kan necrose (afsterving) van de bladeren optreden. Daarnaast zijn planten met een mangaangebrek vaak gevoeliger voor vorstschade en bodemgebonden schimmelziektes (wortelrot). Gewassen zoals granen, aardappelen, bieten en bonen zijn relatief gevoelig voor een mangaangebrek.
Corrigeren met mangaanbladmeststoffen
Wanneer er een mangaangebrek wordt geconstateerd tijdens het groeiseizoen wordt geadviseerd om een bladbemesting met mangaanmeststoffen uit te voeren. Dit wordt als meest effectieve maatregel ervaren, wanneer de beschikbaarheid van mangaan in de bodem onvoldoende toereikend is. Optima Leaf-Mn+ van Soiltech is een zeer effectieve bladmeststof op basis van organisch gecomplexeerde mangaan (8,8% Mn w/w) met een uitgebreide achtergrondvoeding.
De R&D afdeling van Soiltech doet uitgebreid onderzoek naar de effectiviteit van bladmeststoffen in zowel de proefkas als in diverse veldproeven. Hierbij wordt gekeken naar visuele effecten, chlorofylgehalte in het blad en opbrengstcijfers. Met name de chlorofylmetingen zijn een welkome aanvulling in onze R&D toolbox. We maken hierbij gebruik van de MC-100 chlorofyl concentratie meter van Apogee. Met dit handzame instrument kunnen we een absolute meting uitvoeren van de chlorofyl concentratie in het blad gedurende de teelt.