Peulen en erwten behoren tot de familie van de vlinderbloemigen. Ze kunnen al vroeg in het voorjaar in de volle grond worden gezaaid. Na het zaaien vormen de planten ondergronds een penwortel met stevige zijwortels. De planten vormen dunne, holle stengels waarvan de lengte per soort varieert van 50 cm tot wel 2 meter. Na de bevruchting, door zelfbestuiving, ontstaan vanuit de bloemen de peulen. De grootte van de peul hangt grotendeels af van het ras.

In Europa zijn erwten de belangrijkste teelt voor diepvriesgroenten. Elk jaar wordt er zo’n 600.000 ton van verwerkt. In Nederland wordt dit gewas op ongeveer 3.000 ha geteeld. Erwten zijn zeer weersafhankelijk. Grote hitte kan ertoe leiden dat bloemknoppen verdrogen, waardoor de productie lager uitvalt. In warme perioden kan de hardheid van de erwten snel toenemen. Dit moet een aandachtspunt zijn bij het plannen van de oogstperiode. Erwten vragen van een teler veel zorg, en de juiste bodem- en bladbemesting gedurende de cyclus zijn van groot belang.

Kies een stadium voor meer kennis

Stadium 1 Teeltvoorbereiding
Stadium 1

Teeltvoorbereiding

Erwten kunnen op vrijwel alle grondsoorten prima worden geteeld. Wel worden er hoge eisen gesteld aan de teeltvoorbereiding. Zo zijn erwten tijdens de kieming en opkomst zeer gevoelig voor een slechte grondstructuur. Overvloedige regenval, en vooral plasvorming, leidt tot een onregelmatige opkomst en kan zelfs voetziekte (veroorzaakt door de Botrytis-schimmel) veroorzaken. Ook een te grof zaaibed kan leiden tot onregelmatige opkomst. Een te fijn zaaibed kan leiden tot korstvorming waardoor er in de bodem een zuurstofgebrek kan optreden. Om oogstproblemen te voorkomen is het belangrijk om een zo vlak mogelijk zaaibed te creëren.

Erwten hebben een relatief hoge behoefte aan Borium (B). Borium speelt een belangrijke rol tijdens de wortelontwikkeling en bepaalt in grote mate de kwaliteit van het stuifmeel. Een borium-gebrek heeft daarmee een direct effect op de teelt. Vooral op gronden met een wat hogere pH (pH > 6,2) en/of een laag organisch stof-gehalte is het daarom aan te raden om tijdens de teeltvoorbereiding Optima Soil Humi-B toe te passen. Optima Soil Humi-B is een zuiver huminezuur met 2,3% gecomplexeerde borium. Huminezuur bevordert zowel de wortelontwikkeling als ook de bodemeigenschappen en voorkomt daardoor uitspoeling van borium en andere spoorelementen. Het heeft bovendien een gunstig effect op de opname van fosfaat. Het gecomplexeerde borium wordt gemakkelijk opgenomen.

Advies:

30 l/ha Optima Soil Humi-B bij aanvang van de teelt. Eventueel 15 l/ha en dit na de kieming/opkomst herhalen.

Relevante producten

Stadium 2 Kieming en opkomst
Stadium 2

Kieming en opkomst

De kieming is een cruciale fase in elke teelt. Het jonge plantje is rondom de kieming gevoelig voor allerlei stress-factoren, waarbij vooral droogte of juist overvloedige neerslag kunnen leiden tot een onregelmatige opkomst of zelfs uitval van planten.

Soiltech heeft geen specifieke producten voor dit stadium.

Stadium 3 Bladontwikkeling
Stadium 3

Bladontwikkeling

Erwten zijn naast Borium (B) een mangaan- (Mn) en magnesium- (Mg) behoeftig gewas. Een gebrek aan mangaan kan leiden tot ‘kwade harten’, het niet goed groeien van de peulen. Magnesium speelt, net als mangaan, een belangrijke rol bij de fotosynthese in het gewas. Een gebrek aan magnesium vertraagt de groei, en daarmee ook de opbrengst. Bovendien is een gewas met een nutriëntengebrek gevoelig(er) voor ziekte en plagen. Een gebrek zal zich het eerst tonen op dichtere grond of rond de rijsporen.

Vooral op klei- en zavelgronden, die in de regel een wat hogere pH hebben (pH >6,2), is het zinvol om tijdens de bladontwikkeling een mangaanbespuiting uit te voeren. Een magnesiumgebrek kan vooral op wat lichtere gronden ontstaan. Door tijdens de bladontwikkeling en rondom de bloei enkele bespuitingen met Optima Sugar+ uit te voeren, wordt voorzien in zowel de mangaan- als de magnesiumbehoefte. Daarnaast bevat Optima Sugar+ ook nog stikstof (N), calcium (Ca) en de meest belangrijke spoorelementen, waardoor het gewas evenwichtig wordt gevoed en de opbrengst wordt verhoogd. Onze proeven hebben ook aangetoond dat Optima Sugar+ opbrengstverhoging brengt specifiek in de hogere kwaliteitsklassen "zeer fijn" en "extra fijn".

Advies:

4 l/ha Optima Sugar+ rondom de bladontwikkeling, bloei en/of rijping. Toepassen met een interval van ongeveer 14 dagen.

Relevante producten

Stadium 4 Volgroeiing
Stadium 4

Volgroeiing

Na de bloei worden de peulen gevormd. In deze fase van de teelt gaat de meeste aandacht vaak uit naar mogelijke schimmelziektes en/of insectenproblematiek. De verdere ondersteuning van het gewas moet echter niet worden verwaarloosd.

Het is daarom verstandig om ook in deze fase nog enkele bespuitingen met Optima Sugar+ uit te voeren. Het aanwezige calcium in Optima Sugar+ draagt bij aan een stevig gewas. De overige nutriënten dragen bij aan een optimale fotosynthese. Hierbij worden de extra geproduceerde suikers vastgelegd in de opslagorganen, met een verbeterde opbrengst tot gevolg. Onze proeven hebben ook aangetoond dat Optima Sugar+ een opbrengstverhoging brengt specifiek in de hogere kwaliteitsklassen "zeer fijn" en "extra fijn".

In het geval van stress, waaronder droogte of overvloedige neerslag, is het goed om een bespuiting met Optima Leaf-Amino uit te voeren. Optima Leaf-Amino kan de stressreactie van het gewas verzachten door de levering van aminozuren, waardoor er minder groeivertraging optreedt. Pas Optima Leaf-Amino bij voorkeur toe voorafgaand aan een periode met droogte of zware neerslag, om zo schade te voorkomen. Indien de schade al is opgetreden, bevordert Optima Leaf-Amino ook het herstel.

Advies:

4 l/ha Optima Sugar+ rondom de bladontwikkeling, bloei en/of rijping. Toepassen met een interval van ongeveer 14 dagen.

1,5 – 3,0 l/ha Optima Leaf-Amino met een interval van ongeveer 14 dagen.

Relevante producten

Stadium 5 Oogst
Stadium 5

Oogst

Voor dit stadium heeft Soiltech geen specifieke producten.

Testresultaten ontvangen? Aanvraag testresultaten

Know why